1905 Symphonisches Tonstück nr. 1 'Lyrisch' für kleines Orchester
A.A. Noske, Middelburg (A.A.N. 192; 1909)
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
1906 Symphonische Fantasie über Zarathustra's Nachtlied' (Fr. Nietzsche) für Orchester und eine tiefe Singstimme
A.A. Noske, Middelburg (A.A.N. 191; 1909)
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
1907 Symphonisches Tonstück nr. 2 'Dramatisch' für Orchester
A.A. Noske, Middelburg (A.A.N. 193; 1909)
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
1908 Symphonisches Tonstück nr. 3 'Romantisch' für kleines Orchester
A.A. Noske, Middelburg (A.A.N. 206; 1910)
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
1907-08 Drei Sätze für Streichquartett
1. Andante-Moderato; 2. Andante con moto; 3. Allegro con spirito
Wunderhornverlag, München (W. 79 V.; 1911); Donemus, Amsterdam 2001
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
1908 Zwei Lieder für eine Singstimme mit Klavierbegleitung
1. Abendständchen (Cl. Brentano); 2. Der träumende See (Julius Mosen)
A.A. Noske, Middelburg (A.A.N. 195; 1909)
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
Daniel Ruyneman vermeldt een bewerking voor zang, fluit, strijkkwartet en harp in manuscript.
1909 Avondzang (Is. P. de Vooys), voor sopraan en piano
muzikaal bijvoegsel van De Groene Amsterdammer van 1 mei 1915
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
1903-09 4 Quatuors à voix mixtes sans accompagnement
1. O bone Jesu (1903); 2. Ave Verum (1908); Nous n'irons plus au bois (Th. de Banville, 1909); 4. Rondel (Ch. d'Orléans, 1909)
A.A. Noske, Middelburg (A.A.N. 189, 1909)
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
Der Rattenfänger (J.W. von Goethe), Ballade für Baryton und kleines Orchester
A.A. Noske, Middelburg (A.A.N. 190, 1909)
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
teruggetrokken
1909 St. Jans Vier. Uit 'Laatste Verzen' van Guido Gezelle, voor 4-stemmig gemengd a cappella koor
A.A. Noske, Middelburg (A.A.N. 205, 1910)
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
1909 Klaus Tink (August Kopisch). Ballade für Baryton und kleines Orchester
A.A. Noske, Middelburg (A.A.N. 194, 1909)
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
1910-11 Nordische Landschaft (Hugo Eick), drei Sätze für Männerstimmen, Soli und Orchester
Tischer & Jagenberg, Köln (T.u.J. 1082; 1929)
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
een pianouittreksel is eveneens uitgegeven bij Tischer & Jagenberg, Köln (T.u.J. 1085; 1929); vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
1910-11 Brabant und Holland. Symphonische Phantasie für Orchester
Wunderhornverlag, München (W.V. 166 M.; 1912)
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
1911 Quintett für Flöte, Oboe, Klarinette, Horn und Fagott
"Meinem Vater und meinem Onkel gewidmet"
Wunderhornverlag, München (W.V. 165 M.; 1912)
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
1911 Zwei Gedichte von Clemens Brentano für 4 Frauenstimmen
1. An die Nacht; 2. Amor
Wunderhornverlag, Köln (W.V. 139/140 M.; 1912)
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
1911 An die Nacht (Clemens Brentano), für 4st. gemischten a cappella-Chor
Wunderhornverlag, Köln (W.V. 139a; 1912)
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
ook van Amor bestaat een bewerking door de componist voor 4-stemmig gemengd koor uit 1912; vindplaats: Muziekbibliotheek van de Omroep
1911 Streichquartett in einem Sätze
Wunderhornverlag, Köln (W.V. 141 M.; 1912)
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
1912-13 Drittes Streichquartett
Wunderhornverlag, München (W. 297 V.; 1914)
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
1913 Mietje (Guido Gezelle) voor 4 gemengde stemmen a cappella
G. Alsbach & Co, Amsterdam (G.A. & Co. 3656; 1926)
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
1913-14 Quintette pour flûte, hautbois, clarinette, basson et piano
Donemus, Amsterdam (1988)
1913-14 Cinq pièces pour trois instruments divers: I. pour violon, violoncelle et piano
Maurice Senart & Cie, Paris (M.S. & Cie. 3933; 1920)
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
van dit werk bestaat in manuscript een omwerking tot: Symphonisch Concert voor drie solo-instrumenten en kamerorkest
1914-15 Cinq pièces pour trois instruments divers: III. pour flûte, clarinette et harpe
Maurice Senart & Cie, Paris (M.S. & Cie. 3935; 1920)
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
1916-17 Sonate für Klarinette und Klavier
1. Prélude (Moderato); 2. Allegro moderato; 3. Finale (Adagio)
Tischer & Jagenberg, Köln (T. & J. 789; 1926)
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
1918 Cinq pièces pour trois instruments divers: V. pour violon, violoncelle et harpe ou piano
Maurice Senart & Cie, Paris (M.S. & Cie. 3934; 1920)
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
1919 Sonate pour violoncelle et piano
Editions Maurice Senart, Paris (E.M.S. 4787; 1922
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
1919-20 Sonate pour violon et piano
Editions Maurice Senart, Paris (E.M.S. 4788; 1922)
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
1921 2ème sonate pour violon et piano
Editions Maurice Senart, Paris (E.M.S. 4983; 1922)
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
1922 2ème sonate pour violoncelle et piano. Quasi una fantasia
Editions Maurice Senart, Paris (E.M.S. 4999; 1922)
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
1923 Drei Stücke für Flöte, Klarinette und Fagott
Tischer & Jagenberg, Köln (T.u.J. 1081; 1930)
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
1924 Vier Stücke für 3 Klarinetten, 3 Hörner (eventuell 4 Holzbläser und 2 Hörner)
1. Prelude; 2. Intermezzo; 3. Phantasie; 4. Allegro
Tischer & Jagenberg, Köln (T.u.J. 1037; 1928)
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
1925 Sonatine für Violine und Klarinette (oder Viola)
Tischer & Jagenberg, Köln (T.u.J. 901c; 1926)
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
1926 Streichtrio
Tischer & Jagenberg, Köln (T.u.J. 999; 1928)
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
1926 Kammermusik in fünf Sätzen für Klarinette und Streichtrio (Streichorchester)
1. Andante con moto; 2. Allegretto; 3. Intermezzo; 4. Allegro moderato; 5. Adagio (Finale)
Tischer & Jagenberg, Köln (T.u.J. 1281; 1934)
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
Op de titelpagina staat gedrukt: "Uraufführung Amsterdam, 30 Nov. 1934 durch die Herren Joh. van Hell (Klarinette) - Louis Somer (Violine) - Louis Mieremet (Viola) - Reinier Bresser (Cello)"
1926 De wilde Wind (Guido Gezelle), voor 4 mannenstemmen a cappella
G. Alsbach & Co, Amsterdam (G.A. & Co. 3657; 1926)
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
1927 Welch ein Schweigen (Christian Morgenstern), voor mannenkoor a cappella
Tischer & Jagenberg, Köln (T.u.J. 1007; 1928)
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut, Den Haag
In een aantal gevallen is het jaar van uitgave afgeleid van het plaatnummer. Een kleine marge is daar niet helemaal uitgesloten.
|
De gegevens over de bij A.A. Noske uitgegeven werken zijn ontleend aan:
Elbert van Zoeren, De Muziekuitgeverij A.A. Noske (1896-1926), Haarlemmerliede, 1987.
Alle negen werken zijn uitgegeven in de jaren 1909/1910. In 1926 legde A.A. Noske het uitgeverschap neer en droeg zijn fonds over aan G. Alsbach & Co. te Amsterdam. Daniel Ruyneman vermeldt in zijn studie uit 1938 deze laatste als uitgever.
|
De Wunderhornverlag was vanaf ongeveer 1910 werkzaam in München en Köln. Hij gaf zowel muziek uit het verleden als nieuwe muziek uit. Vanaf de jaren 1920 was de Keulse firma gelieerd aan Tischer & Jagenberg, in een zogenaamde vereinter Verlag.
|
|
|
Maurice Senart richtte zijn uitgeverij op in 1908, samen met Benjamin Roudanez. Vanaf 1915 werd de naam Maurice Senart & Cie gehanteerd en vanaf 1920 S.A. des Editions Maurice Senart (E.M.S.). Aanvankelijk richtte de uitgeverij zich vooral op Vincent d'Indy en de Schola Cantorum, maar in de 1920-er jaren verbreedde de aandacht zich naar meer hedendaagse muziek.
Er werden opvallend veel Nederlandse componisten uitgegeven, als eerste Sem Dresden, maar ook Marius Monnikendam, Hendrik Andriessen en Matthijs Vermeulen.
In 1941 werd de uitgeverij verkocht aan Salabert.
|
Uitgeverij Tischer & Jagenberg was actief in Köln vanaf 1910 tot in ieder geval nog in 1941. Zij richtte zich hoofdzakeijk op nieuwe muziek (o.a. Arnold Schönberg, Frederick Delius, Ernst Toch). Vanaf de jaren 1920 was zij gelieerd aan de Keulse tak van de Wunderhornverlag.
Jan Ingenhoven bracht er onder meer de eerder bij Senart verschenen werken onder. Daniel Ruyneman vermeldt in 1938 soms dat een bij Senart verschenen werk is overgenomen door Tischer & Jagenberg, soms geeft hij uitsluitend deze laatste als uitgever.
|
|
De uitgave-geschiedenis van de composities van Jan Ingenhoven vinden we uiteraard terug in het overzicht van zijn correspondentie:
met A.A. Noske: 1906-1926
met G. Alsbach: 1926-1931
met Wunderhornverlag: 1911-1922
met Senart: 1918-1928
met Tischer & Jagenberg: 1922-1939
|